8 tips om te vermijden dat je hond vergiftigd raakt

Dagelijks raken verschillende honden ter wereld per ongeluk vergiftigd. Er zijn echter genoeg
manieren om dit te vermijden. Volg deze tips om de veiligheid van je beste vriend te
garanderen.

1. Kindersloten.

Hoewel kindersloten hoofdzakelijk bedoeld zijn voor kinderen, kan je ze ook perfect
gebruiken om ervoor te zorgen dat je honden de kasten niet kunnen openen. Zo kunnen ze niet
aan het eten, het afval en ook niet aan eventuele giftige stoffen.

2. Bewaar je medicatie op een veilige plaats.

Deze tip lijkt voor de hand liggend, maar soms kan je na het nemen van bepaalde medicatie al
eens vergeten om ze terug op haar plaats te leggen. Laat je jouw medicatie rondslingeren,
bijvoorbeeld op de tafel, dan zou je hond hier wel eens mee in contact kunnen komen, met
alle gevolgen van dien.

3. Zorg dat je geen vergif in huis hebt.

Als je niets giftigs in huis hebt, dan kan je hond niet vergiftigd geraken. Zorg dus dat je geen
producten in huis hebt met giftige bestanddelen. Ook bloemen kunnen giftig zijn. Kies
daarom voor valse bloemen in plaats van echte exemplaren.

4. Licht bezoekers in.

Niet iedereen weet wat wel en niet giftig is voor honden. Het is een goed idee om een lijst uit
te hangen met alle etenswaren die honden niet mogen eten, bijvoorbeeld op de koelkast. Zo
mogen honden onder andere geen druiven of uien eten, zaken die mensen wel gewoon kunnen
eten. Schrijf op deze lijst ook een telefoonnummer van een dierenarts voor het geval dat.

5. Afblijven!

Leer je hond waarvan hij moet afblijven. Zo kan je zijn leven redden wanneer je eens per
ongeluk iets laat vallen of wanneer hij zijn zinnen heeft gezet op iets giftigs. Zorg dat hij
vertrouwd raakt met het bevel “afblijven” en weet wat hij moet doen wanneer je hem dit
toeroept.

6. Loslaten!

Leer je hond wanneer hij iets moet loslaten. Zo kan je toch nog ingrijpen wanneer je hond iets
giftigs in zijn bezit heeft. Als je jouw hond goed traint, dan zal hij uitspuwen wat hij in zijn
mond heeft. Ook kan je hem trainen om alles uit te spuwen. Begin te oefenen met een tak.

7. Niets oppikken van de grond.

Wanneer je kleine kindjes hebt of zelf vaak spullen achterlaat op de grond, is het best om je
hond te leren dat hij niets mag oppikken wat op de grond ligt. Dat is niet altijd evident, maar
wel heel effectief. Leer je hond dat hij enkel dingen van op te grond mag oppikken of opeten
als jij hem de toestemming geeft.

8. Weet wat je kan verwachten.

Je hond kan snel in moeilijkheden geraken, nog voor je het goed en wel beseft. Zorg ervoor
dat je steeds weet waar je hond is en waar hij mee bezig is. Als je jouw hond niet helemaal
vertrouwt, zet “onveilige” gebieden dan af. Als je niet thuis bent, is het handig om je hond in
zijn kennel te zetten. Zo ben je zeker dat er geen ongelukken kunnen gebeuren.

Bron: Hondencentrum